Welkom op de website van Apotheek Marne

Wij hechten veel waarde aan persoonlijk contact met onze klanten. Mocht u buiten onze openingstijden informatie willen of digitaal zaken willen regelen, dan kan dat via deze website.

Terug naar overzicht

Medische Encyclopedie

Inhoud

deferasirox

Deferasirox haalt ijzer uit het bloed.

Artsen schrijven het voor bij een vergiftiging met ijzer (ijzerstapeling).

Wat doet deferasirox en waarbij gebruik ik het?

Vergiftiging

IJzerstapeling
De rode bloedcellen in het bloed bevatten ijzer om zuurstof te vervoeren.

Bij mensen die vaak bloed krijgen toegediend (bloedtransfusies), kan daardoor te veel ijzer in het bloed terechtkomen. Dit noemt men een ijzerstapeling. Ook bij mensen met een bepaalde vorm van bloedarmoede (thalassemiesyndromen), kan na verloop van tijd ijzerstapeling ontstaan. Dit komt vooral doordat er meer ijzer uit het voedsel wordt opgenomen. Het teveel aan ijzer kan belangrijke organen beschadigen, zoals het hart en de lever.

Behandeling
Deferasirox verwijdert het teveel aan ijzer uit het bloed. Het wordt gebruikt bij mensen met de ziekte ‘bèta-thalassemie major’, waar bloedtransfusies voor nodig zijn. Het wordt ook gebruikt bij mensen die bloedtransfusies krijgen voor bloedarmoede, als zij de andere medicijnen tegen ijzerstapeling niet verdragen of als die medicijnen onvoldoende werken. Verder wordt het gebruikt bij mensen met ijzerstapeling door thalassemiesyndromen, die geen bloedtransfusies krijgen. Hiervoor wordt het ook alleen gebruikt als zij de andere medicijnen tegen ijzerstapeling niet verdragen of als die medicijnen onvoldoende werken.

Lees meer over vergiftiging . “

Wat zijn mogelijke bijwerkingen?

Regelmatig (bij meer dan 30 op de 100 mensen)

  • Maagdarmklachten, zoals misselijkheid, braken, diarree en buikpijn

    Deze klachten gaan meestal over als u gewend bent geraakt aan dit medicijn. Blijft u last houden, raadpleeg dan uw arts. Maag- en darmzweren en maagdarmbloedingen komen zeer zelden voor bij dit middel. Dit merkt u door bloed bij de ontlasting of een zwarte, teerachtige ontlasting. Stop dan met het gebruik en neem contact op met een arts.

  • Verminderde werking van de nieren. Bij mensen met een verminderde nierfunctie is dit medicijn daarom af te raden.

    De arts zal in uw bloed en urine regelmatig controleren of de nieren nog goed werken. Bij de meeste mensen herstellen de nieren zich weer als zij stoppen met het medicijn of als de arts de dosering verlaagt. Merkt u dat u opeens veel minder plast of krijgt u veel pijn in de bovenbuik? Waarschuw dan uw arts.

  • Verminderde werking van de lever. Meestal merkt u dat niet, maar wordt het in een bloedonderzoek opgemerkt. Merkt u een gele verkleuring van de huid en oogwit (geelzucht), donkere urine of bleke ontlasting? Stop dan direct het gebruik en waarschuw een arts.

Zelden (bij 1 tot 10 op de 100 mensen)

  • Hoofdpijn

  • Jeukende huiduitslag

    Dit gaat meestal na verloop van enkele dagen vanzelf over. Raadpleeg uw arts als de huiduitslag na enkele dagen nog altijd aanwezig is. Mogelijk moet u tijdelijk met het medicijn stoppen.

  • Galstenen of aandoeningen aan de galwegen. Dit merkt u aan hevige pijnscheuten rechts boven in de buik. Waarschuw dan uw arts.

Zeer zelden (bij minder dan 1 op de 100 mensen)

  • Wazig zien en troebele ooglenzen

    Raadpleeg uw arts als u dit bemerkt.

  • Slechter horen

    Raadpleeg uw arts als u dit bemerkt.

  • Duizeligheid, slaapstoornissen, angstgevoelens

    Raadpleeg uw arts als u hier te veel last van heeft.

  • Griepachtige verschijnselen, zoals keelpijn, koorts en vermoeidheid

  • Opgezwollen armen of benen

     

    Raadpleeg dan uw arts.

  • Haaruitval en kaalheid

  • Ernstige overgevoeligheid voor deferasirox. Dit kan zich uiten in benauwdheid, een opgezwollen gezicht of shock. In zeer zeldzame gevallen kan een ernstige huidaandoening ontstaan met koorts en blaarvorming. De blaren ontstaan met name op de lippen en op de slijmvliezen van de mond en geslachtsdelen. Ook kan een ernstige overgevoeligheidsreactie optreden met koorts, gezwollen lymfeklieren en huiduitslag.

    In al deze gevallen moet u onmiddellijk een arts waarschuwen of naar de Eerste-Hulpdienst gaan. Blijkt u inderdaad overgevoelig voor deferasirox dan mag u dit middel in de toekomst niet meer gebruiken. Meld dit aan uw apotheek. Het apotheekteam kan er zo op letten dat u dit middel niet opnieuw krijgt.

  • Verminderde aanmaak van rode en witte bloedcellen en van bloedplaatjes. Hierdoor ontstaan bloedarmoede (te merken aan extreme vermoeidheid), een verminderde afweer tegen infecties en een verhoogde kans op bloedingen, zoals bloedneuzen. 

    Deze bijwerking treedt meestal op bij mensen die hier al eerder last van hadden.

Uitleg frequenties

Regelmatig : bij meer dan 30 op de 100 mensen
Soms : bij 10 tot 30 op de 100 mensen
Zelden : bij 1 tot 10 op de 100 mensen
Zeer zelden : bij minder dan 1 op de 100 mensen

Mag ik deferasirox gebruiken met andere medicijnen?

Dit middel heeft wisselwerkingen met andere medicijnen. In de tekst hieronder staan alleen de werkzame stoffen van deze medicijnen, dus niet de merknamen. Of uw medicijn een van die werkzame stoffen bevat, kunt u nagaan in uw bijsluiter onder het kopje ‘samenstelling’.

De medicijnen waarmee de belangrijkste wisselwerkingen optreden, zijn de volgende.

  • Extra vitamine C (ascorbinezuur). De combinatie van veel vitamine C met deferasirox kan schadelijk zijn voor uw hart. Overleg met uw arts als u extra vitamine C gaat slikken. De arts kan voor u bepalen hoeveel vitamine C veilig is.
  • Theofylline, een medicijn gebruikt bij astma en COPD. De hoeveelheid theofylline in het bloed stijgt. Mogelijk kan dit medicijn vervangen worden. Als dat niet mogelijk is, zal de arts de hoeveelheid theofylline in het bloed vaker controleren.
  • Colestyramine. Dit is een galzuurbindend middel dat gebruikt wordt bij een te hoog cholesterolgehalte. Door dit middel wordt deferasirox slechter in het lichaam opgenomen. Hierdoor kan de werking van deferasirox verminderen. Uw arts kan de dosering van deferasirox eventueel verhogen.
  • Rifampicine, een medicijn gebruikt tegen onder andere tuberculose. De hoeveelheid deferasirox in het bloed neemt af. Als u stopt met rifampicine houdt dit effect nog een aantal weken aan. Overleg hierover met uw arts.

Twijfelt u eraan of een van de bovenstaande wisselwerkingen voor u van belang is? Neem dan contact op met uw apotheker of arts.

Kan ik met dit medicijn autorijden, alcohol drinken en alles eten of drinken?

autorijden?
Zeer zelden veroorzaakt dit middel duizeligheid en wazig zien. Rijd geen auto als u hier last van heeft.

alcohol drinken of alles eten?
U mag alles eten. Neem dit medicijn echter niet tijdens het eten in, maar minstens een half uur vóór het eten. Als u dit medicijn met voedsel inneemt, wordt er te veel van in het lichaam opgenomen. U kunt dan last krijgen van bijwerkingen.

Mag ik dit medicijn gebruiken als ik zwanger ben, wil worden of borstvoeding geef?

Zwangerschap
U mag dit middel NIET gebruiken tijdens de zwangerschap of als u binnenkort zwanger wilt worden. Het is niet bekend of dit middel schadelijk is voor ongeboren kind. Als u dit middel gebruikt en u denkt erover om zwanger te worden, overleg dan met uw arts of u een ander middel kunt gebruiken.

Borstvoeding
Gebruik dit middel NIET als u borstvoeding geeft, of stop de borstvoeding. Het is niet bekend of dit middel in de moedermelk komt. Als het in de moedermelk komt, kan het bijwerkingen bij het kind geven. Wilt u borstvoeding geven, overleg dan met uw arts of apotheker. Mogelijk kan de arts u (tijdelijk) een ander middel voorschrijven, dat u wel veilig kunt gebruiken.

Hoe gebruik ik dit medicijn?

Kijk voor de juiste dosering op het etiket van de apotheek of in de bijsluiter.

Hoe?

Slik de tabletten met een half glas water.

Wanneer?
Neem dit medicijn in op een lege maag. Dat is tot een half uur vóór het eten. Als u dit medicijn inneemt met voedsel, wordt er te veel van opgenomen in het lichaam. U kunt dan last krijgen van bijwerkingen.

Hoe lang?
De behandeling met dit medicijn gaat door zolang de hoeveelheid ijzer in het bloed te hoog is. Bij thalassemie is dat meestal levenslang.